16-2018 - 13 t.e.m. 19 april
Met de regeling van starterjobs wil de wet ter versterking van de economische groei de werkgelegenheidskansen voor jongeren verhogen. Niettegenstaande de jeugdwerkloosheid daalt, is de werkloosheid nog steeds hoog voor jongeren zonder diploma van het hoger onderwijs, die zich dus aanbieden op de arbeidsmarkt op een leeftijd tussen 18 en 20 jaar. De maatregel richt zich tot die doelgroep.
De regeling van de starterjobs wordt geïntegreerd in de startbaanregeling en geldt voor de werknemers die worden aangeworven met een zogenaamde “startbaanovereenkomst type 1” (zie Sociaal Compendium Arbeidsrecht 2017-2018, nr. 502).
Hieronder vindt u de krachtlijnen van de regeling die de loonkost van de werkgever verlaagt zonder dat dit leidt tot een daling van het nettoloon van de jonge werknemer.
1. De werkgever mag het loon verminderen
De werkgevers uit de privésector mogen het brutoloon verminderen voor een nieuwe werknemer van minder dan 21 jaar en zonder werkervaring. De vermindering is niet verplicht.
Het verminderingspercentage is degressief en afhankelijk van de leeftijd van de jongere op de laatste dag van de maand:
% waarmee het brutoloon mag verminderd worden |
verminderingsperiode: de maanden waarin de jongere op de laatste dag van de maand |
18 % |
18 jaar is |
12 % |
19 jaar is |
6 % |
20 jaar is |
2. De vermindering van het loon wordt gecompenseerd door een forfaitaire toeslag
Iedere maand waarin de werkgever het loon vermindert, moet hij aan de jonge werknemer een forfaitaire toeslag betalen.
Een tabel met de bedragen van de forfaitaire toeslagen zal bij koninklijk besluit bepaald worden. De forfaitaire toeslag zal afhankelijk zijn van de leeftijd van de werknemer op het einde van de maand en van het toepasselijke niet-verminderde minimumloon. Op het ogenblik van het afsluiten van deze tekst was dat koninklijk besluit nog niet gepubliceerd.
Op de toeslag zijn geen werkgevers- en werknemersbijdragen verschuldigd.
De forfaitaire toeslag is voor de werknemer vrijgesteld van belastingen. Er moet dus ook geen bedrijfsvoorheffing worden ingehouden.
Voor de werkgever geldt een fiscale compensatieregeling in de vorm van een vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing.
3. Voorwaarden voor toepassing van de regeling
De werkgever mag het loon maar verminderen wanneer voldaan is aan een aantal voorwaarden, o.a.:
Het zonder werkervaring zijn, wordt zo gedefinieerd dat bepaalde tewerkstellingsperiodes buiten beschouwing worden gelaten.
Een werknemer zonder werkervaring is nl. een werknemer die bij één of meerdere werkgever(s) in de referentiekwartalen T-6 t.e.m. T-3, niet gedurende minimaal 2 kwartalen een tewerkstelling had groter dan het equivalent van 4/5de van een voltijdse job. Daarbij is T het kwartaal waarin de uitvoering van de arbeidsovereenkomst een aanvang neemt. Prestaties in de kwartalen T, T-1 en T-2 worden dus niet meegeteld.
4. Inwerkingtreding
De regeling treedt in werking op 1 juli 2018 en is van toepassing op de arbeidsovereenkomsten die vanaf dan worden gesloten.
Ann Taghon.
Bron: art. 18 t.e.m. 22 van de wet van 26 maart 2018 betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie (BS 30 maart 2018, 2de uitgave)
Gebruik het zoekvenster bovenaan rechts om te zoeken in de vorige afleveringen(vanaf 1 januari 2018).
Klik hier voor de afleveringen van voor 1 januari 2018.