10-2018 2 t.e.m. 8 maart
De wet 15 januari 2018 houdende diverse bepalingen inzake werk herschrijft de regel opgenomen in artikel 27 van de Cao-wet over het lot van bestaande cao’s wanneer werkgevers en werknemers overgaan naar een ander paritair comité of subcomité.
Het toepassingsgebied van die regel wordt hierdoor uitgebreid en verduidelijkt.
De sinds 15 februari 2018 gewijzigde regel wordt hieronder beschreven.
Wanneer werkgevers en werknemers van een paritair comité of subcomité overgaan naar een ander paritair comité of subcomité als een gevolg van:
blijven zij gebonden door de in het voorheen bevoegde paritair comité of subcomité gesloten overeenkomsten.
Artikel 27 van de Cao-wet zoals van toepassing vóór 15 februari 2018 was niet van toepassing in geval van oprichting of opheffing van een paritair comité of subcomité.
Niettegenstaande de overgang blijven de cao’s van het “oude” paritair comité of subcomité dus bindend zoals deze op het ogenblik van de overgang golden. D.w.z. dat de door die cao’s bepaalde arbeidsvoorwaarden en lonen behouden blijven.
De voorheen gesloten cao’s blijven van toepassing totdat het nieuw bevoegde paritair comité of subcomité:
Een dergelijke bijzondere overeenkomst kan maar gesloten worden t.e.m. 31 december 2022. Die datum houdt verband met een toekomstige herschikking van de paritaire comités in het kader van het eenheidsstatuut voor werklieden en bedienden waarbij het aantal paritaire comités zal dalen. De precieze gevolgen van de ontstentenis van een bijzondere overeenkomst uiterlijk op 31 december 2022 zijn evenwel niet duidelijk.
De bepaling dat werkgevers en werknemers niet meer gebonden zijn door de “oude” cao’s als vóór 1 januari 2023 een bijzondere overeenkomst wordt gesloten of als een overeenkomst wordt gesloten met hetzelfde voorwerp, lijkt zo geïnterpreteerd te moeten worden dat hij een afwijking inhoudt op artikel 23 van de Cao-wet. Dat artikel bepaalt dat wanneer de individuele arbeidsovereenkomst door een cao stilzwijgend werd gewijzigd, die individuele arbeidsovereenkomst onveranderd blijft wanneer de cao ophoudt uitwerking te hebben, tenzij dat anders zou zijn bedongen in de cao zelf. Dat het een afwijking van artikel 23 van de Cao-wet betreft, is echter niet uitdrukkelijk in de tekst vermeld en dat kan dus tot betwistingen aanleiding geven.
Met “werknemers” worden hier zowel de werknemers die de werkgever reeds in dienst had vóór de overgang naar een ander paritair comité of subcomité, als de werknemers die na de overgang aangeworven zijn, bedoeld. Het gaat dus niet enkel om de werknemers die reeds in dienst waren vóór de overgang.
In de memorie van toelichting staat te lezen dat dit zo is bepaald om een gelijke behandeling van die twee groepen werknemers te waarborgen. Men wil aldus vermijden dat er binnen eenzelfde onderneming nodeloos, zij het in principe slechts tijdelijk, verschillende loon- en arbeidsvoorwaarden moeten toegepast worden.
Ann Taghon.
BRON: artikel 4 wet 15 januari 2018 houdende diverse bepalingen inzake werk (BS 5 februari 2018)
Gebruik het zoekvenster bovenaan rechts om te zoeken in de vorige afleveringen(vanaf 1 januari 2018).
Klik hier voor de afleveringen van voor 1 januari 2018.