Priesters en bisschoppen zouden ambtenaren zijn omdat zij “een staatswedde” ontvangen, zo kan men afleiden uit wat “kdr” schrijft in De Standaard, althans in Griekenland.
Is dat dan de definitie van ambtenaar, “al wie een staatswedde ontvangt”? In België alvast niet.
Een ambtenaar is iemand “die krachtens een aanstelling in dienst van de overheid werkzaam is" (Sociaalrechtelijk Woordenboek, Brussel, Benelux Economische Unie, 1977, t.w. ambtenaar).
Bedienaars van de eredienst zijn, zoals het woord eredienst aantoont, wel “in dienst”, maar niet van de overheid. De Grondwet verbiedt de Staat zelfs zich te bemoeien met de benoeming of de installatie van bedienaren van om het even welke eredienst (art. 21, eerste lid, Grondwet).
Wel is het zo dat de weddes (en de pensioenen) van de bedienaars van de eredienst ten laste van de Staat vallen (ar. 181, § 1, Grondwet). Maar dat maakt van hen nog geen ambtenaren. In de eredienst dient men niet de Staat, zelfs niet als men dat woord met een hoofdletter schrijft.
Hoeft dat laatste overigens wel? Of "de staat" met een hoofdletter wordt geschreven, zijn niet onmiddellijk specifieke aanbevelingen terug te vinden. Wel over de vraag of je "de kerk" met een kleine of een hoofdletter moet schrijven. Het antwoord is, zoals ook vaak in juridische aangelegenheden: het hangt ervan af. Gaat het om een soortnaam, dan schrijven wij met kleine letter, om een eigennaam, zoals in de tekst van de Belgische Grondwet, dan schrijft men die met een hoofdletter.
Zullen wij de staat/Staat en de kerk/Kerk in dit opzicht maar niet gescheiden houden?
Gebruik het zoekvenster bovenaan rechts om te zoeken in de vorige afleveringen(vanaf 1 januari 2018).
Klik hier voor de afleveringen van voor 1 januari 2018.