‘Gezinsverantwoordelijkheden’ doen intrede in de Genderwet 2007
4 - 2023 - 20 - 26 januari
De Genderwet 2007 beschermt voortaan ook tegen discriminatie op grond van gezinsverantwoordelijkheden. Na afloop van een verlof omwille van gezinsverantwoordelijkheden genieten werknemers nieuwe rechten: recht op terugkeer naar dezelfde functie, recht op de verbetering van de arbeidsvoorwaarden die zich tijdens de afwezigheid heeft voorgedaan en op rechten die werden verworven tijdens de afwezigheid. Ten slotte kunnen werknemers voortaan de schadevergoeding wegens discriminatie cumuleren met een beschermingsvergoeding bij het einde van de arbeidsovereenkomst.
|
De gelijke behandeling van mannen en vrouwen wordt gewaarborgd door de Genderwet 2007. Een wet van 15 november 2022 heeft de Genderwet 2007 gewijzigd. Die wijzigingen zijn op 19 januari 2023 in werking getreden.
Het toepassingsgebied van de Genderwet 2007 is ruimer dan de arbeidsbetrekkingen. De hieronder volgende bespreking van de wijzigingen wordt beperkt tot de arbeidsbetrekkingen.
1. Hervorming van de beschermde criteria
Een eerste wijziging betreft de juridische methodiek die wordt gebruikt om het discriminatieverbod te formuleren.
Waar tot hiertoe het uitgangspunt was, de bestrijding van discriminatie op grond van geslacht, met de gelijkstelling van een aantal directe onderscheiden op grond van andere criteria (o.a. zwangerschap, adoptie, geslachtsverandering, genderidentiteit, ....) met een direct onderscheid op grond van geslacht, is het nieuwe uitgangspunt het bestrijden van discriminatie op grond van een beschermd criterium.
Er zijn voortaan elf beschermde criteria: geslacht, zwangerschap, medisch begeleide voortplanting, bevalling, geven van borstvoeding, moederschap, gezinsverantwoordelijkheden, genderidentiteit, genderexpressie, seksekenmerken en geslachtsverandering.
voormalige versie Genderwet 2007
|
nieuwe versie Genderwet 2007
|
|
beschermde criteria
|
geslacht waarmee wordt gelijkgesteld:
|
geslacht
|
zwangerschap
|
zwangerschap
|
bevalling
|
bevalling
|
geven van borstvoeding
|
geven van borstvoeding
|
moederschap
|
moederschap
|
vader- of meemoederschap
|
gezinsverantwoordelijkheden
|
adoptie
|
medisch begeleide voortplanting
|
medisch begeleide voortplanting
|
geslachtsverandering
|
geslachtsverandering
|
genderidentiteit
|
genderidentiteit
|
genderexpressie
|
genderexpressie
|
seksekenmerken
|
seksekenmerken
|
De nieuwe eend in de bijt is het overkoepelend criterium gezinsverantwoordelijkheden.
De wet bevat geen definitie van gezinsverantwoordelijkheden. In de memorie van toelichting is vermeld: “Het criterium ‘gezinsverantwoordelijkheden’ is de situatie die zich voordoet wanneer personen verantwoordelijk zijn voor kinderen ten laste of die bij hen gedomicilieerd zijn, of familieleden hebben die enige vorm van sociale, familiale of emotionele bijstand of verzorging nodig hebben. Onder gezinsverantwoordelijkheden wordt bijgevolg niet enkel begrepen de zorgtaken die ouders hebben t.a.v. kinderen en de verloven die ouders in kader van deze zorgtaken kunnen opnemen. Daarnaast valt ook iedere vorm van zorg of steun voor familieleden die nood hebben aan sociale, familiale of emotionele bijstand onder gezinsverantwoordelijkheden.”.
Het criterium gezinsverantwoordelijkheden omvat bv. het geboorteverlof, het adoptieverlof, het ouderschapsverlof, het zorgverlof, het verlof om dwingende redenen en de flexibele werkregelingen omwille van zorg.
In de memorie van toelichting wordt het voorbeeld gegeven van een werkgever van wie bewezen is dat hij een sollicitant weigerde aan te werven omdat die laatste jonge kinderen heeft en tijdens het sollicitatiegesprek had aangegeven in de toekomst misschien ouderschapsverlof of een ander zorgverlof te willen opnemen. Volgens de actuele versie van de Genderwet 2007, zou die werkgever kunnen worden veroordeeld voor een discriminatie op grond van gezinsverantwoordelijkheid.
In de arbeidsbetrekkingen kan een direct onderscheid op grond van geslacht enkel worden gerechtvaardigd op grond van een wezenlijke en bepalende beroepsvereiste (bv. voor een tewerkstelling als acteur, danser, mannequin, ...).
Volgens de actuele versie van de Genderwet 2007 kan een direct onderscheid op grond van de tien andere criteria, in tegenstelling tot een direct onderscheid op grond van geslacht, nooit worden gerechtvaardigd. Wellicht omdat dergelijke rechtvaardigingen redelijkerwijze niet in te denken zijn. De vroegere versie kwam erop neer dat dergelijke rechtvaardiging wel mogelijk was voor directe onderscheiden op grond van criteria die met geslacht werden gelijkgesteld.
2. Rechten na afloop van verloven in het kader van gezinsverantwoordelijkheden
Een tweede wijziging van de Genderwet 2007 verleent de werknemer een aantal nieuwe rechten na afloop van:
- moederschapsrust,
- geboorteverlof,
- adoptieverlof,
- of een ander verlof in het kader van gezinsverantwoordelijkheden.
De werknemer heeft het recht:
- terug te keren naar dezelfde functie of een gelijkwaardige of vergelijkbare functie,
- elke verbetering te genieten van de arbeidsvoorwaarden waarop hij tijdens de afwezigheid aanspraak had kunnen maken,
- te profiteren (sic) van alle verworven en in wording zijnde rechten tijdens de afwezigheden.
Wanneer die rechten niet verleend worden, kan de werknemer een forfaitaire schadevergoeding vorderen gelijk aan het loon van zes maanden.
3. Cumulatie van de schadevergoeding wegens discriminatie met een beschermingsvergoeding
Een werknemer die werd gediscrimineerd, kan een forfaitaire schadevergoeding vorderen van in beginsel zes maanden loon.
De forfaitaire schadevergoeding bedraagt drie maanden loon als de werkgever aantoont dat de betwiste ongunstige of nadelige behandeling ook op niet-discriminerende gronden getroffen zou zijn.
Met een derde wijziging van de Genderwet 2007 wordt een einde gemaakt aan een discussie over de mogelijkheid tot cumulatie van die forfaitaire schadevergoeding met een beschermingsvergoeding bij het einde van de arbeidsovereenkomst.
Zo werd al beslist dat niettegenstaande een ontslag in strijd met de moederschapsbescherming ook een verboden discriminatie is, de beschermingsvergoeding wegens schending van de moederschapsbescherming niet kan worden gecumuleerd met de forfaitaire schadevergoeding op grond van de Genderwet 2007 (zie Sociaal Compendium Arbeidsrecht 2022-2023, nr. 2563).
De actuele versie van de Genderwet 2007 bepaalt nu uitdrukkelijk dat de forfaitaire schadevergoeding kan worden gecombineerd met de beschermingsvergoedingen als gevolg van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst (bv. beschermingsvergoeding bij ontslag omwille van zwangerschap, vergoedingen voor beschermde werknemers, beschermingsvergoeding bij ontslag omwille van tijdskrediet, ...), tenzij door of krachtens een wet anders bepaald wordt.
Of met die wetswijziging ook effectief een einde zal komen aan alle discussies over de cumulatiemogelijkheid, is onzeker.
De CAO nr. 162 die werknemers toelaat een flexibele werkregeling aan te vragen voor de zorg voor hun kind of voor de zorg om medische redenen voor een gezins- of familielid, voorziet in een beschermingsvergoeding van minimum vier en maximum zes maanden loon, wanneer de werkgever de arbeidsovereenkomst heeft beëindigd om een reden die niet vreemd is aan de aanvraag van de flexibele arbeidsregeling. De CAO nr. 162 stelt dat de erin bepaalde vergoedingen niet samen mogen worden genoten met ‘dezelfde’ vergoedingen die verschuldigd zijn in geval van discriminatie op grond van het beschermd criterium gezinsverantwoordelijkheid dat is opgenomen in de Genderwet 2007.
De tekst van de CAO nr. 162 (geen cumulatie mogelijk) is dus andersluidend dan die van de Genderwet 2007 (wel cumulatie mogelijk, tenzij de wet anders bepaalt). Gelet op de hiërarchie van de rechtsbronnen moet de tekst van de Genderwet 2007 primeren.
BRON: wet 15 november 2022 tot wijziging van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen en van de wet van 16 december 2002 houdende oprichting van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen (BS 9 januari 2023)