Kaderakkoord maakt grensoverschrijdend telewerk makkelijker
24-2023 - 9 - 15 juni
Bij grensoverschrijdende arbeidssituaties rijst de vraag welke socialezekerheidswetgeving op de arbeidssituatie van toepassing is.
Bij werkzaamheden binnen de Europese Unie vind je het antwoord op die vraag in de Europese verordening nr. 883/2004 en haar toepassingsverordening nr. 987/2009.
Wat zeggen de Europese verordeningen?
Het land van tewerkstelling
Een werknemer is in beginsel onderworpen aan de socialezekerheidswetgeving van het land van tewerkstelling.
Wie woont in België maar werkt in Nederland is dus onderworpen aan de socialezekerheidswetgeving van Nederland, zijnde het land van tewerkstelling.
Werkzaamheden op het grondgebied van twee of meer lidstaten
Voor werknemers die in twee of meer lidstaten werken, gelden bijzondere aanwijzingsregels die ervoor moeten zorgen dat een werknemer slechts aan één enkele socialezekerheidswetgeving onderworpen is (zie Sociaal Compendium Socialezekerheidsrecht 2022-2023, nr. 187).
Schematisch weergegeven zien die aanwijzingsregels er als volgt uit:
Toepasselijke wetgeving bij werkzaamheden in loondienst in 2 of meer lidstaten
|
|
|
WN is in dienst van:
|
Toepasselijke wetgeving: die van de lidstaat op wiens grondgebied
|
A
|
WN woont in land waar substantieel gedeelte (minimum 25 %) van werk wordt verricht
|
|
de WN woont
|
B
|
WN woont NIET in land waar substantieel gedeelte (minimum 25 %) van werk wordt verricht
|
1.
|
- één WG
- 2 of meer WG’s die zetel of domicilie in één lidstaat hebben
|
zetel of domicilie van WG(s) zich bevindt
|
2.
|
2 of meer WG’s die zetel of domicilie in 2 lidstaten hebben waarvan 1 de lidstaat is waar WN woont
|
zetel of domicilie van de WG zich bevindt, niet zijnde de lidstaat waar de WN woont
|
3.
|
2 of meer WG’s waarvan tenminste 2 hun zetel of domicilie in verschillende lidstaten hebben, niet zijnde de lidstaat waar de WN woont
|
de WN woont
|
Probleem bij grensoverschrijdend telewerk
Regel
De werknemer die woont in België en werkt in Nederland (waar ook de zetel of domicilie van WG zich bevindt), maar af en toe “telewerkt” vanuit zijn woonland België, verricht werkzaamheden op het grondgebied van twee lidstaten.
De aanwijzing van de toepasselijke socialezekerheidswetgeving gebeurt alsdan met toepassing van de hierboven, schematisch weergegeven, aanwijzingsregels.
Concreet betekent dit dat de Nederlandse socialezekerheidswetgeving van toepassing blijft zolang de werknemer minder dan 25 % van zijn werkzaamheden verricht via telewerk in het woonland België (zie tabel punt B.1.).
Verricht de werknemer minstens 25 % van zijn werkzaamheden via telewerk in het woonland België, dan valt hij in principe onder de Belgische socialezekerheidswetgeving (zie tabel punt A.).
Afwijkende COVID-regels
Tijdens de coronacrisis werden heel wat bedrijven verplicht om over te schakelen op telewerk.
Voor werknemers wiens woonland verschilde van hun werkland, betekende dat dat zij overeenkomstig de bovengenoemde aanwijzingsregels in principe onderworpen moesten worden aan de socialezekerheidswetgeving van het woonland en niet langer aan dat van het werkland.
Om te vermijden dat al die werknemers opeens onder een ander socialezekerheidsstelsel vielen, werd op Europees niveau beslist om geen rekening te houden met dat telewerk.
Grensoverschrijdende telewerkers bleven dus onderworpen aan de socialezekerheidswetgeving van het werkland ook al verrichtten ze een substantieel gedeelte van hun werkzaamheden in het woonland. Deze maatregel werd enkele keren verlengd en loopt af op 30 juni 2023.
Europees kaderakkoord
Sinds de coronacrisis is het gebruik van telewerk fors gestegen.
Op 6 juni 2023 hebben de FOD Sociale Zekerheid en de RSZ een Europees kaderakkoord inzake sociale zekerheid ondertekend dat, met ingang van 1 juli 2023, het gebruik van telewerk vergemakkelijkt ten voordele van werknemers en hun werkgevers. Dankzij dit kaderakkoord zullen duizenden Europese werknemers meer kunnen telewerken over de landsgrenzen zonder wijzigingen in de toepasselijke socialezekerheidswetgeving en zonder administratieve rompslomp voor hun werkgevers.
Meer in het bijzonder vergemakkelijkt dit kaderakkoord het sluiten van individuele afwijkingen op de boven vermelde aanwijzingsregels ten gunste van een categorie telewerkers in loondienst en hun werkgever(s), mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.
Zo kan er een verzoek worden ingediend om de socialezekerheidswetgeving van de lidstaat waar de werkgever gevestigd is en waar de werknemer gewoonlijk werkt, toe te passen indien:
- de woonstaat van deze werknemer een andere is dan de staat waar zijn werkgever gevestigd is en waar de werknemer gewoonlijk werkt, en
- zijn grensoverschrijdende telewerk in de woonstaat minder dan 50 % van de totale arbeidstijd bedraagt en
- hij samen met de werkgever in onderling overleg een aanvraag indient.
Vereist is ook dat zowel de woonstaat als de staat waar de werkgever gevestigd is en waar de werknemer gewoonlijk werkt, het kaderakkoord ondertekend hebben.
Alle informatie over dit kaderakkoord, de lijst van ondertekenende staten en hun bevoegde instellingen voor de implementatie ervan vindt u op de website van de FOD Sociale Zekerheid.
BRON: Kaderovereenkomst inzake de toepassing van artikel 16, lid1, van Verordening (EG) nr. 883/2004 in geval van gewoonlijk grensoverschrijdend telewerk (https://socialsecurity.belgium.be)
Toelichtingsmemorandum betreffende de Kaderovereenkomst inzake de toepassing van artikel 16, lid 1, van Verordening (EG) nr. 883/2004 in geval van gewoonlijk grensoverschrijdend telewerk ((https://socialsecurity.belgium.be)