23-2019 - 31 mei t.e.m. 6 juni
Waarover gaat het?
Deeltijdse werknemers kunnen bij hun werkgever een aanvraag indienen tot het bekomen van een voltijdse dienstbetrekking of van een andere, al dan niet bijkomende, deeltijdse dienstbetrekking waardoor zij een langere wekelijkse arbeidsduur verkrijgen.
Wanneer de deeltijdse werknemer een dergelijke aanvraag heeft ingediend, moet:
Sinds 1 januari 2018 is in de wetgeving ingeschreven dat de werkgever die de voorrangsregels niet respecteert t.a.v. een deeltijdse werknemer met behoud van rechten die een inkomensgarantie-uitkering geniet, een responsabiliseringsbijdrage verschuldigd is aan de RSZ (zie SoCompact nr. 2-2018). De bijdrage bedraagt 25 euro per deeltijdse werknemer met behoud van rechten die een inkomensgarantie-uitkering geniet, per maand tijdens dewelke deze verplichting niet nageleefd werd en is steeds verschuldigd voor een volledig kwartaal.
De deeltijdse werknemer met behoud van rechten is een werknemer die deeltijds werkt, maar gelijkgesteld wordt met een voltijdse werknemer. Wanneer die deeltijdse werknemer zijn deeltijdse job verliest, heeft hij recht op werkloosheidsuitkeringen als een voltijdse werknemer.
De inkomensgarantie-uitkering is de uitkering die een werkloze, onder bepaalde voorwaarden kan ontvangen van de RVA boven op zijn deeltijds loon. De inkomensgarantie-uitkering heeft tot doel de werknemer een globaal inkomen te garanderen (loon + uitkering) dat minstens gelijk is aan de werkloosheidsuitkering die de werknemer zou ontvangen wanneer hij volledig werkloos zou blijven.
Op 15 mei ll. werd een KB gepubliceerd dat o.a. verduidelijkt:
Vijf vragen en antwoorden m.b.t. de responsabiliseringsbijdrage
Vraag |
Antwoord |
Vanaf welk ogenblik is de bijdrage verschuldigd? |
Vanaf het kwartaal volgend op de 4 kwartalen waarin ten minste één bijkomend uur beschikbaar was en aan geen enkele werknemer met behoud van rechten en inkomensgarantie-uitkering, tewerkgesteld door de werkgever, bij voorrang het beschikbare bijkomende uur of de beschikbare bijkomende uren werden toegekend. |
Vanaf wanneer is de bijdrage niet meer verschuldigd? |
Vanaf: - hetzij het kwartaal waarin alle beschikbare bijkomende uren werden toegekend aan ten minste één van de werknemers met behoud van rechten en inkomensgarantie-uitkering, zodat zijn wekelijkse gemiddelde arbeidsduur is toegenomen; - hetzij het kwartaal waarin de werkgever de bijdrage verschuldigd was voor het 4de opeenvolgende kwartaal en er geen enkel bijkomend uur beschikbaar was gedurende deze 4 voorgaande kwartalen. |
Wanneer is de bijdrage niet verschuldigd? |
Artikel 9 van het KB somt 5 situaties op waarin de bijdrage niet verschuldigd is (zie art. 9 KB 2 mei 2019). |
Hoe wordt de naleving van de voorrangsregels gecontroleerd? |
Door een samenwerking tussen de RVA, de RSZ en de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten van de FOD WASO. |
Wanneer is de responsabiliseringsbijdrage voor het eerst verschuldigd? |
De responsabiliseringsbijdrage is voor het eerst verschuldigd in het tweede kwartaal van 2020 en betreft dan de periode van het tweede kwartaal van 2019 t.e.m. het eerste kwartaal van 2020. |
Wat staat er nog in het KB van 2 mei 2019?
Volledigheidshalve delen we nog mee dat het hier besproken KB ook bepalingen bevat die niet rechtstreeks betrekking hebben op de responsabiliseringsbijdrage. Zo verduidelijkt het KB o.a. hoe en binnen welke termijn de werkgever de vacante dienstbetrekkingen moet meedelen aan de werknemer die daarvoor een aanvraag heeft ingediend.
Het KB verduidelijkt ook dat de werkgever die mededeling enkel moet verrichten wanneer de vacante dienstbetrekking tot gevolg heeft dat de overeengekomen arbeidsregeling wordt verhoogd gedurende een ononderbroken periode van minstens een maand of voor onbepaalde tijd, hetzij door een aanpassing van de bestaande arbeidsovereenkomst, hetzij door de vervanging van de bestaande arbeidsovereenkomst door een nieuwe arbeidsovereenkomst.
Ester Van Oostveldt.
Nog vragen omtrent de responsabiliseringsbijdrage deeltijdse werknemers? Stel uw vraag hier. |
BRON: KB 2 mei 2019 tot uitvoering van de bepalingen van de programmawet van 22 december 1989 die betrekking hebben op de voorrang voor deeltijdse werknemers om een vacante dienstbetrekking bij hun werkgever te verkrijgen (BS 15 mei 2019)
Ondanks alle zorg die aan deze nieuwsbrief is besteed, blijven vergissingen mogelijk. De auteur en het advocatenkantoor Van Eeckhoutte, Taquet & Clesse kunnen daarvoor echter geen aansprakelijkheid aanvaarden.
Gebruik het zoekvenster bovenaan rechts om te zoeken in de vorige afleveringen(vanaf 1 januari 2018).
contacteer info@soconsult.be voor afleveringen van vóór 1 januari 2018