16 - 2020 - 10-16 april
Het ministerieel besluit van 23 maart 2020 verplicht telethuiswerk bij alle niet essentiële bedrijven, welke grootte zij ook hebben voor alle personeelsleden wiens functie zich ertoe leent.
In de bedrijven van de cruciale sectoren en in de essentiële diensten geldt een andere regel: zij zijn ertoe gehouden om, in de mate van het mogelijke, het systeem van telethuiswerk toe te passen.
Het arbeidsrecht kent drie vormen van thuiswerk namelijk huisarbeid als generieke benaming voor thuiswerk, regelmatig of structureel telewerk en occasioneel telewerk als bijzondere vormen van huisarbeid.
In de tabel hieronder vindt u een overzicht van deze verschillende vormen van thuisarbeid en ook van de mogelijkheden die bestaan om aan de thuiswerkers een kostenvergoeding toe te kennen waarop geen RSZ-bijdragen verschuldigd zijn.
Welke vorm van thuiswerk is "telethuiswerk"?
In het ministerieel besluit wordt "telethuiswerk" niet gedefinieerd en is ook niets bepaald over de regels volgens dewelke het telethuiswerk moet worden uitgevoerd.
De FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg oordeelt dat aangezien de maatregel een onvoorzienbaar en dwingend karakter heeft, dezelfde formaliteiten mogen worden toegepast als die welke gelden in het kader van het occasioneel telewerk. De FOD voegt daaraan toe dat wat de organisatie en de regeling van het telewerk betreft, de werkgever en de werknemer dus op pragmatische wijze de afspraken kunnen vastleggen die in dit verband zullen gelden (bv. per e-mail). Dit wil zeggen dat een schriftelijke telewerkovereenkomst (wel verplicht bij structureel telewerk) niet noodzakelijk is.
Nu het inzicht groeit dat de maatregelen die werden genomen om de verspreiding van het coronavirus te beperken, wellicht maar heel langzaam zullen worden afgebouwd en een aantal ervan mogelijk blijvend zullen worden, rijst de vraag of het toch niet raadzaam is voor bepaalde werknemers over te gaan naar de regeling van het structureel telewerk of de al overeengekomen frequentie van het structureel telewerk te verhogen. Dat kan in een schriftelijk bijvoegsel bij de arbeidsovereenkomst.
Welke kostenvergoeding kan aan de "telethuiswerkers" vrij van RSZ-bijdragen worden toegekend?
In dezelfde lijn heeft de RSZ verduidelijkt dat aan de werknemers die door de coronacrisis hun werk een tijdlang bijna volledig van thuis uit zullen doen, de zogenaamde bureauvergoeding van 129,48 euro kan worden toegekend die vrij is van RSZ-bijdragen. Bovenop die vergoeding mag de werkgever ook een forfait toekennen van maximum 20 euro per maand voor het gebruik van de eigen PC en ook een forfait van maximum 20 euro per maand voor het gebruik van de eigen internetverbinding. Als de werknemer andere kosten moet maken (gebruik eigen telefoon, aankoop van een scherm of een scanner, …) mag de werkgever die ook terugbetalen. Daarvoor geldt geen algemeen forfait, de terugbetaling moet gebaseerd zijn op de werkelijke kosten, d.w.z. daarmee overeenstemmen of die benaderen.
De RSZ stelt ook dat werkgevers die voorafgaand aan de maatregelen ter bestrijding van de corona-crisis de kosten van hun telewerkers terugbetaalden tot beloop van de 10 % van het brutoloon dat betrekking heeft op de in de telewerkovereenkomst bedongen thuisprestaties, deze vergoeding voort kunnen betalen volgens hetzelfde principe volgens de in de telewerkovereenkomst bepaalde verhouding (bv. 10 % op 2/5de van het maandloon als de overeenkomst in 2 dagen telewerk voorzag).
De RSZ voegt daaraan toe dat een vergoeding van 10 % van het volledige brutoloon niet kan aanvaard worden. Wat wel kan, is een vergoeding van 129,48 euro uitkeren in de plaats van de 10 % van het deel van het maandloon overeenstemmend met (de in de telewerkovereenkomst vastgelegde) dagen telewerk, als die 10 % lager zou uitvallen.
Niets lijkt evenwel te verhinderen dat de werkgever en de werknemer overeenkomen thans structureel telewerk in te voeren (voor werknemers die dat voorheen nog niet deden) of de frequentie daarvan uit te breiden (5 dagen telewerk per week in de plaats van 2 dagen). Er bestaan voldoende mogelijkheden om dat eventueel te koppelen aan de verdere duur van de huidige corona-crisis. Waarom zou dan ook niet een bijdragenvrije kostenvergoeding van 10 % van het volledige maandloon kunnen toegekend worden?
Indien de tabel niet goed wordt weergegeven, klik dan hier.
mogelijke vorm van thuiswerk
|
omschrijving
|
voornaamste toepassingsvoorwaarden |
kostenvergoeding vrij van RSZ-bijdragen
|
kostenvergoeding verplicht? |
wettelijke basis |
|
door RSZ aanvaarde forfaits |
terugbetaling werkelijk gemaakte kosten | |||||
huisarbeid |
arbeid verricht tegen loon onder het gezag van WG, in de woonplaats of op elke andere gekozen plaats, zonder onder het toezicht of de rechtstreekse controle van de WG te staan |
schriftelijke overeenkomst voor tewerkstelling huisarbeiders |
10 % brutoloon m.b.t. de thuis geleverde prestaties |
mogelijk indien:
|
ja,
|
art. 119.1 - 119.12 AOW |
regelmatig of structureel telewerk |
werkzaamheden worden op regelmatige basis buiten de bedrijfslocatie uitgevoerd via informatietechnologie
|
schriftelijke telewerkovereenkomst (eventueel aanhangsel bij lopende AO) |
|
mogelijk indien niet gedekt door het gebruikt forfait |
ja, maar enkel
|
|
occasioneel telewerk |
werkzaamheden worden incidenteel buiten de bedrijfslocatie uitgevoerd via informatietechnologie |
overmacht of persoonlijke redenen waardoor uitvoering werkzaamheden op de bedrijfslocatie niet kan |
|
|
|
art. 22 - 28 Wet werkbaar en wendbaar werk
|
telewerk ingevolge coronamaatregelen |
|
mogelijk indien niet gedekt door het gebruikt forfait |
WG moet de voor de uitvoering van het werk nodige hulp, hulpmiddelen en materialen ter beschikking stellen (art. 20 AOW) dus mutatis mutandis dezelfde regeling als bij structureel telewerk (zie FAQ FOD WASO) |
Legende:
|
Ester Van Oostveldt en Ann Taghon.
Nog vragen over de kostenvergoeding bij telewerk ? Stel uw vraag aan SoConsult. Om een vraag te stellen aan SoConsult moet je niet betalen. Betalen hoeft pas als je een voorstel van prijs en termijn hebt gekregen en daarmee akkoord gaat. |
BRONNEN
MB van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID – 19 te beperken (BS 23 maart 2020, tweede uitgave), gewijzigd bij MB 24 maart 2020 (BS 24 maart 2020, tweede uitgave) en gewijzigd bij MB 3 april 2020 (BS 3 april 2020, tweede uitgave, erratum BS 7 april 2020, tweede uitgave)
Administratieve instructies van de RSZ
Ondanks alle zorg die aan deze nieuwsbrief is besteed, blijven vergissingen mogelijk. De auteur en het advocatenkantoor Van Eeckhoutte, Taquet & Clesse kunnen daarvoor echter geen aansprakelijkheid aanvaarden.
Gebruik het zoekvenster bovenaan rechts om te zoeken in de vorige afleveringen(vanaf 1 januari 2018).
contacteer info@soconsult.be voor afleveringen van vóór 1 januari 2018