11-2018 9 t.e.m. 15 maart
Laatste sneeuw? Wat met het thuiswerkalarm?
Wellicht kijkt ook u reikhalzend uit naar de lente. Maar voor het komende weekend en het begin van de volgende week wordt opnieuw winters weer voorspeld. Daarom staan we even stil bij de “officiële” procedure voor het thuiswerkalarm die door minister van Werk Kris Peeters werd voorgesteld.
1. Wat is het thuiswerkalarm?
Wanneer het KMI omwille van winterse omstandigheden code oranje of rood uitvaardigt, zal voortaan een thuiswerkalarm in gang gezet worden. D.w.z. dat naast de gladheidswaarschuwing ook een oproep zal worden gedaan aan de werkgevers en de werknemers zo veel mogelijk thuis te werken.
2. Bij thuiswerkalarm kan occasioneel telewerk verricht worden in het al bestaand wettelijk kader
Het thuiswerken na een thuiswerkalarm kan gebeuren binnen het wettelijk kader van het occasioneel telewerk dat werd ingesteld door de Wet Werkbaar en Wendbaar Werk (zie SoCompact nr. 1-2017). Er is dus geen nieuwe wetgeving nodig.
De Wet Werkbaar en Wendbaar Werk laat toe dat werknemers vragen occasioneel telewerk te mogen verrichten wanneer ze omwille van overmacht of persoonlijke redenen hun werkzaamheden niet op de bedrijfslocatie van de werkgever kunnen uitvoeren.
De verwachting van ernstige verkeershinder door weersomstandigheden, is een geval van overmacht op grond waarvan occasioneel telewerk kan gevraagd worden.
3. De wettelijke regels kunnen op ondernemingsniveau verfijnd worden
Overeenkomstig de Wet Werkbaar en Wendbaar Werk moet een werknemer die occasioneel telewerk wil verrichten, dat aanvragen bij zijn werkgever. De werkgever heeft de mogelijkheid de aanvraag te weigeren. De werkgever moet zijn weigering evenwel schriftelijk motiveren. Er bestaat dus geen wettelijk recht op occasioneel telewerk.
Maar het kader waarbinnen occasioneel telewerk kan aangevraagd worden, kan worden vastgelegd in een cao of in het arbeidsreglement. D.w.z. dat een werkgever de mogelijkheid heeft in een ondernemings-cao of in het arbeidsreglement een recht op occasioneel telewerk in te schrijven. Zo zou bijvoorbeeld in de onderneming kunnen bepaald worden dat voor de werknemers (of voor bepaalde categorieën werknemers) een recht bestaat op occasioneel telewerk bij een thuiswerkalarm.
4. Conclusie
Zolang in de onderneming geen recht op occasioneel telewerk is ingevoerd door het arbeidsreglement of door een cao, hebben de werknemers niet het recht zonder meer en op eigen initiatief thuis te werken als een thuiswerkalarm is afgekondigd. Occasioneel telewerk moet ook bij een thuiswerkalarm in beginsel worden aangevraagd en door de werkgever toegestaan worden.
De Wet Werkbaar en Wendbaar Werk bepaalt bovendien uitdrukkelijk dat er maar een aanspraak op telewerk bestaat, voor zover de werknemer een functie en/of activiteiten uitvoert die verenigbaar zijn met telewerk.
Het spreekt echter voor zich dat in geval van echt gevaarlijke weersomstandigheden op de weg, het weigeren van occasioneel telewerk aan werknemers die hun werk perfect thuis kunnen uitvoeren en vragen dat te mogen doen, in strijd is met goed werkgeverschap en misschien zelfs met goed burgerschap.
5. Tip
Op het niveau van de onderneming regels vastleggen over de gevolgen van een thuiswerkalarm is misschien geen slecht idee.
Ann Taghon.
BRON: Officiële voorstelling van het thuiswerkalarm – 7 maart 2018
Brusselse doelgroepvermindering oudere werknemers wijzigt vanaf 1 juli 2018
Sinds de zesde staatshervorming zijn de gewesten bevoegd voor het zogenaamde doelgroepenbeleid. Ingevolge die bevoegdheidsoverdracht hebben de drie gewesten en de Duitstalige gemeenschap elk een eigen doelgroepvermindering voor oudere werknemers uitgewerkt.
Het Brussels hoofdstedelijk gewest heeft sinds 1 oktober 2016 zijn eigen doelgroepvermindering voor oudere werknemers die werkzaam zijn in of afhangen van een vestigingseenheid in het Brussels hoofdstedelijk gewest (zie www.sociaalcompendium.be en SoCompact nr. 39-2016).
Een besluit dat afgelopen week gepubliceerd werd, wijzigt de bestaande doelgroepvermindering op twee punten:
De wijzigingen treden in werking op 1 juli 2018.
Ester Van Oostveldt.
BRON: BBR 8 maart 2018 tot wijziging van het KB 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen, BS 15 maart 2018.
Gebruik het zoekvenster bovenaan rechts om te zoeken in de vorige afleveringen(vanaf 1 januari 2018).
contacteer info@soconsult.be voor afleveringen van vóór 1 januari 2018