48-2019 - 22 t.e.m. 28 november
Waarover gaat het?
Wie zijn zelfstandige activiteit uitoefent via een vennootschap, is, zoals alle vennootschappen die onderworpen zijn aan de Belgische vennootschapsbelasting of belasting der niet-inwoners, gehouden tot het betalen van een jaarlijkse forfaitaire vennootschapsbijdrage (zie Sociaal Compendium Socialezekerheidsrecht 2019-2020, nr. 1638). Hoewel die bijdrage betaald wordt aan de socialeverzekeringskas waarbij de vennootschap is aangesloten, is die bijdrage geen socialezekerheidsbijdrage maar wel een belasting in de zin van de Grondwet.
Tijdelijke vrijstelling voor startende vennootschapen
Een startende vennootschap kan, tijdens de eerste drie jaar van haar bestaan (vanaf het jaar van oprichting), een tijdelijke vrijstelling van betaling van de jaarlijkse vennootschapsbijdrage krijgen, op voorwaarde dat:
In het onderstaande arrest oordeelde het Grondwettelijk Hof dat deze vrijstellingsbepaling de Grondwet schendt in zoverre die een verschil in behandeling doet ontstaan tussen de starters-bvba die als handelsonderneming kan aangemerkt worden en de starters-bvba die de uitoefening van het beroep van advocaat als statutair doel heeft en dus als vennootschap van burgerlijke aard aanzien wordt. De vennootschappen die behoren tot de eerste categorie van de twee beschreven categorieën van vennootschappen komen immers in aanmerking voor de vrijstelling van de vennootschapsbijdrage, terwijl dit niet het geval is voor de vennootschappen van de andere categorie. Dit verschil in behandeling tussen enerzijds de vennootschappen die als statutair doel hebben het stellen van daden van koophandel (= de handelsondernemingen) en anderzijds de vennootschappen die als statutair doel het stellen van andere soorten van daden hebben (= de vennootschappen van burgerlijke aard), is naar het oordeel van het Hof niet redelijk te verantwoorden.
Conclusie
Uit het arrest van het Grondwettelijk Hof kunnen we afleiden dat ook vennootschappen van burgerlijke aard in aanmerking komen voor de vrijstelling voor startende vennootschappen.
Volledigheidshalve nog dit:
Ester Van Oostveldt.
BRON:
GwH 20 november 2019, nr. 184/2019
Ondanks alle zorg die aan deze nieuwsbrief is besteed, blijven vergissingen mogelijk. De auteur en het advocatenkantoor Van Eeckhoutte, Taquet & Clesse kunnen daarvoor echter geen aansprakelijkheid aanvaarden.
Gebruik het zoekvenster bovenaan rechts om te zoeken in de vorige afleveringen(vanaf 1 januari 2018).
contacteer info@soconsult.be voor afleveringen van vóór 1 januari 2018