De Tijd woensdag 23 december 2020, p. 15
Je bent gepensioneerde of huispersoon (“huisman” schrijft De Tijd een tikkeltje seksistisch) en je wil wat meer sociale contacten in je wijk.
Een afhaalpunt van DPD openen (niet de pakjes!) lijkt dat op het eerste gezicht een goed idee: buurtbewoners kunnen bij jou elke werkdag DPD-pakjes ophalen en je kunt die ook zelf bij de buren afleveren en eventueel ook hun pakketjes, al dan niet retour, ophalen. Bovendien kan je nog iets verdienen. Tot 150 euro per maand!
Juristen, zeker zij die actief zijn in het sociaal recht, zien dan onmiddellijk als Pavlovreflex de vraag rijzen naar het “sociaal statuut” van de betrokkenen. Ongeacht het doel waarvoor en het plezier waarmee iemand pakketjes uitdeelt en inzamelt, het gaat onmiskenbaar om werk, om arbeid. En dan komt het sociaal recht om de hoek kijken.
Werken zonder “sociaal statuut” kan - of liever kon, op grond van de uitzonderingsregeling van onbelast bijverdienen in het kader van verenigingswerk, occasionele diensten tussen burgers en deeleconomie (wet van 18 juli 2018 betreffende de economische relance en de versterking van de sociale cohesie). Maar de DPD-activiteiten vallen – of liever vielen – niet onder die wet. De regeling is hoe dan ook na 31 december 2020 niet meer van toepassing, aangezien het Grondwettelijk Hof de wet nietig verklaarde in een arrest van 23 april 2020 (met behoud van de gevolgen van de regeling voor de prestaties tot en met 31 december 2020).
DPD’ers hebben dus wel degelijk een echt “sociaal statuut”.
Zij zouden in theorie werknemers kunnen zijn, al ligt een gezagsverhouding niet voor de hand. Dat DPD’ers blijkbaar tussen vaste uren, van 16 tot 21 uur, ter beschikking van de klanten (moeten) staan in hun garage, bergplaats, inkomhal, voorkamer of living, maakt van hen nog geen werknemers, meer bepaald geen huisarbeiders (zie art. 119.1 Arbeidsovereenkomstenwet).
Opdat een fysieke persoon zelfstandige zou zijn, moet hij een beroepsactiviteit uitoefenen (art. 3, § 1, eerste lid, Sociaal Statuut Zelfstandigen).
De wet definieert niet wat daaronder moet worden verstaan, maar in overeenstemming met het algemeen taalgebruik gaat het om een activiteit die gewoonlijk wordt verricht en met het oog op inkomsten.
Een DPD-afhaalpunt opent men niet voor een dag of af en toe. DPD moet kunnen betrouwen op de continuïteit van de dienstverlening. Het gaat dus niet om een occasionele, maar om een regelmatige activiteit.
Dat het primaire doel in het opbouwen, onderhouden of uitbreiden van sociale contacten bestaat, belet niet dat de 25 cent per pakje deel uitmaakt van de afspraak en dat de DPD’er die vergoeding ook ambieert: gratis zou hij of zij niet met andermans pakjes rondzeulen. Dat het om zeer lage verdiensten gaat, speelt geen rol: zelfs een activiteit die verlieslatend is, kan een beroepsactiviteit zijn.
Overigens moeten de inkomsten uit het DPD’en in de personenbelasting worden aangegeven als beroepsinkomsten, wat een vermoeden creëert van een zelfstandige beroepsactiviteit (art. 3, § 1, tweede lid, Sociaal Statuut Zelfstandigen).
DPD’ers lijken dus zelfstandigen te zijn. Met alle gevolgen van dien: verplichte aansluiting bij een socialeverzekeringskas voor zelfstandigen en bijdragebetaling.
In beginsel is er altijd een verplichting tot het betalen van bijdragen. Hoe laag de inkomsten uit de zelfstandige activiteit ook zijn, bijdragen zijn principieel verschuldigd op een verondersteld nettobelastbaar minimuminkomen (op jaarbasis en in cijfers van 2020: 13.993,78 euro; voor zelfstandige starters, ook primostarters genoemd, tijdens de eerste vier kalenderkwartalen: 7.226,46 euro - art. 12, § 1, eerste en tweede lid, en §1bis Sociaal Statuut Zelfstandigen).
Bijdragen zijn in beginsel enkel niet verschuldigd, als de zelfstandige beroepsactiviteit geringe inkomsten oplevert (1.548,18 euro) en als bijberoep wordt uitgeoefend, wat een hoofdberoep veronderstelt. Met 150 euro per maand wordt het dus nipt.
Maar op de twee categorieën personen waarover het volgens het artikel in De Tijd meestal gaat bij DPD-afhaalpunten, zijn bijzondere regels van toepassing.
Na het bereiken van de pensioenleeftijd of wanneer hij met vervroegd pensioen is gegaan, is een zelfstandige geen bijdragen verschuldigd als de nettobelastbare inkomsten uit zijn zelfstandige beroepsactiviteit geen 3.096,37 euro bereiken (art. 13, § 1, Sociaal Statuut Zelfstandigen). Met 25 of 150 euro per maand overschrijdt men die grens niet.
Een huisvrouw is een persoon die in een gezin voor het huishouden zorgt, aldus het woordenboek. Men mag dus aannemen dat een huisvrouw sociaalrechtelijk (feitelijk is vaak het omgekeerde het geval) “persoon ten laste” is van een actieve of op een socialezekerheidsuitkering, bv. een pensioen, gerechtigde werknemer, zelfstandige of ambtenaar. Hoewel die huisvrouw bij hypothese enkel haar DPD-activiteit als zelfstandige beroepsactiviteit uitoefent, kan zij op aanvraag worden gelijkgesteld met zelfstandige “bijberoeper” als haar netto-belastbare beroepsinkomsten op jaarbasis niet hoger zijn dan 7.330,52 euro (art. 37, § 1, Uitvoeringsbesluit Sociaal Statuut Zelfstandigen). De DPD-ster zal dus gehuwd moeten zijn met een actieve of gewezen werknemer, zelfstandige of ambtenaar om geen bijdragen verschuldigd te zijn (al dan niet wettelijke samenwoning wordt niet door alle rechters aanvaard op grond van het discriminatieverbod). De inkomstengrens bereikt zij niet: de DPD-inkomsten liggen daar ver onder.
Hoe dan ook, de zelfstandige die zijn activiteit als bijberoep of na de pensioenleeftijd uitoefent, moet aansluiten bij een socialeverzekeringskas voor zelfstandigen, ook als hij of zij omwille van de geringe hoogte van de inkomsten uit die activiteit geen bijdragen moet betalen (art. 10, § 1, Sociaal Statuut Zelfstandigen). Wel kan het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen (RSVZ) in die gevallen afzien van de ingebrekestelling waarop normaal een ambtshalve aansluiting bij de Hulpkas voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen volgt (art. 9, derde lid, Uitvoeringsbesluit Sociaal Statuut Zelfstandigen). Wij zijn ten slotte in België.
Het ligt dus voor de hand dat enkel gepensioneerden of huisvrouwen een DPD-afhaalpunt openen. Voor anderen die daarin stappen dreigt DPD misschien te staan voor DieP in De put.
Op de bladzijde 9 van dezelfde editie van De Tijd staat een grafiek die ik met een kleine ingreep hem omgetoverd tot een kerstboom:
Ik eigen mij die afbeelding niet op ongeoorloofde wijze toe, want zowel, boven als onder, links als rechts staat een bijdrage van mijzelf: boven gaat het om de ster, onderaan om de streep, links is de stippellijn van mijn hand, rechts ben ik een minuscuul onderdeeltje van het rode blokje.
Met mijn beste kerstwensen kan ik aldus het jaar mooi afsluiten.
Gebruik het zoekvenster bovenaan rechts om te zoeken in de vorige afleveringen(vanaf 1 januari 2018).
contacteer info@soconsult.be voor afleveringen van vóór 1 januari 2018