Medeburgers voor wie de vaccinatie tegen Covid-19 omwille van hun geboortedatum al voorbij is of voor eerstdaags beloofd, zullen zich de operatie Mani pulite herinneren die de Italiaanse justitie opzette in de jaren ‘90 van de voorgaande eeuw. Polito in het Italiaans heeft niets te maken met pollutie (in het Italiaans is dat polluzione) maar betekent net het tegengestelde: schoon, proper. In de context van de operatie “Schone handen” betekende het ook leeg.
Daaraan moest ik onwillekeurig denken als ik in bovenstaand artikel uit De Standaard las dat de ceo van Bpost niet met lege handen moest vertrekken.
Wat mij daarbij intrigeerde, is de wat Pascal Dendooven bedoelt als hij schrijft dat de raad van bestuur van de ceo van Bpost “formeel” wandelen kon sturen zonder vergoeding. De taal is nu eenmaal gans het recht.
Formeel is het antoniem van inhoudelijk. Het betekent: volgens de vorm, volgens de regels. Volgens de regels kon de ceo ontslagen worden zonder vergoeding. Het gaat dan waarschijnlijk om een ontslag wegens dringende reden, in de veronderstelling dat de ceo met Bpost een arbeidsovereenkomst had.
De belangrijkste formele regel voor een ontslag wegens dringende reden is dat het moet worden gegeven binnen drie werkdagen na de kennisname van het feit waarop het ontslag steunt (art. 35, derde lid, Arbeidsovereenkomstenwet).
Volgens De Standaard zou de ceo tekortgekomen zijn aan de contractueel aangegane verplichting “de bestuursvoorzitter stap voor stap in te lichten van de kartelonderzoeken die naar hem lopen”. Dat zou “in principe” juridisch een zware fout zijn.
Er zijn echter weinig fouten van een werknemer die in principe, d.w.z. op zichzelf, een dringende reden vormen. Ik kan alleen denken aan het geval waarin de werknemer zijn werkgever-fysieke persoon met wie hij een arbeidsovereenkomst uit aanmerking van diens persoons (intuitu personae) heeft gesloten, vermoordt. Dat is zonder de minste twijfel een ernstige tekortkoming die de professionele samenwerking tussen de partijen onmiddellijk en definitief onmogelijk maakt (art. 35, tweede lid, Arbeidsovereenkomstenwet).
Daarbuiten hangt het er altijd van af. Hoe dan ook, dit is een inhoudelijke, geen formele kwestie. De miskenning van een contractuele afspraak is in ieder geval niet per definitie een dringende reden. En contractueel vastleggen dat zij dat wel is, bindt niet de rechter, aan wie de wet bij betwisting het uiteindelijk oordeel overlaat (art. 35, eerste lid, Arbeidsovereenkomstenwet).
Volgens de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven in De Tijd was er “niet één specifieke aanleiding voor het ontslag”. Zij verwijst onder meer naar “de negatieve reacties op de voorstelling van de jaarcijfers”.
De Tijd dinsdag 16 maart 2021, p. 4
Maar de breed aangekondigde presentatie van de resultaten van 2020 had plaats op woensdag 10 maart 2021. Dan valt zondag 15 maart 2021, dag waarop tot ontslag werd overgegaan, buiten de termijn van drie werkdagen om die voorstelling zelf als dringende reden in te roepen.
De negatieve reacties volgden dezelfde dag en vervolgens vooral op donderdag 11 maart 2021. Maar die kunnen natuurlijk op zich de tekortkoming niet vormen.
De minister maakt ook nog gewag van “een groeiende vertrouwensbreuk, een toenemende ontevredenheid en enkele mensen die zijn opgestapt”. Die zijn er, naar blijkt uit de berichten van de media, al veel langer dan drie werkdagen.
Maar misschien zit in het blijvend niet-communiceren over de kartelonderzoeken wel een voortdurende tekortkoming.
Hoe dan ook, de krantenartikelen zouden voor studenten in de rechten een passende basis kunnen vormen voor een mooie examenopgave arbeidsrecht: welke juridische vragen roepen zij bij u op en hoe zou u die beoordelen?
Het ontslag van de ceo van Bpost zelf beoordelen zou natuurlijk niet passend zijn. Daarvoor staan wij met te lege handen: wovon man nicht sprechen kann, darüber muss man schweigen.
Gebruik het zoekvenster bovenaan rechts om te zoeken in de vorige afleveringen(vanaf 1 januari 2018).
contacteer info@soconsult.be voor afleveringen van vóór 1 januari 2018