Wanneer seks werken is

De Morgen, donderdag 3 februari 2022, p.5



Neen, dit stukje gaat niet over wat je denkt: gewenst of ongewenst seksueel gedrag op het werk. En de foto die naast het artikel in De Morgen staat (ik kon het niet laten die mee over te nemen) is ook niet de bescherming waarvan sprake in de titel van het linker krantenartikel.

Deze blogpost gaat over de rechtspositie van sekswerkers die verbonden zijn met een arbeidsovereenkomst. Of liever gezegd, over het sociaal statuut van sekswerkers die denken of wensen verbonden te zijn door een arbeidsovereenkomst.

Een overeenkomst waarvan het voorwerp bestaat in het verrichten van sekswerk onder gezag van een werkgever, wordt inderdaad als nietig en dus als onbestaande beschouwd. Of je de werkgever dan ook pooier mag noemen, is betwistbaar, want volgens het woordenboek is dat “iemand die leeft van de verdiensten van een prostituee, voor wie hij als haar beschermer optreedt”. Weliswaar leeft iedere werkgever in zekere zin en mate van de opbrengst van de arbeid van zijn werknemers en is hij gehouden deze laatsten te beschermen tegen veiligheids-, gezondheids- en ander welzijnsrisico’s, maar daarom is hij nog geen souteneur. 

Oorzaak 

De arbeidsovereenkomst op basis waarvan een sekswerker in dienst wordt genomen, is nietig met toepassing van het gemeen recht. Om geldig te zijn moeten de verbintenissen die in de overeenkomst worden aangegaan, een geoorloofde oorzaak hebben (art. 1108, vijfde lid, oud Burgerlijk Wetboek).  

De oorzaak van een overeenkomst bestaat uit de determinerende beweegredenen die elke partij ertoe hebben bewogen de overeenkomst te sluiten en die gekend waren of behoorden te zijn aan de andere partij, aldus het Hof van Cassatie (Cass. 7 mei 2020, C.19.04323.N).  

De tewerkstelling, het tegen betaling doen verlenen van seksuele diensten, is zonder twijfel een oorzaak van de arbeidsovereenkomst die een sekswerker zou sluiten.  

Ongeoorloofde oorzaak

De oorzaak is ongeoorloofd wanneer zij door de wet verboden is, of wanneer zij strijdig is met de goede zeden of de openbare orde. Een overeenkomst heeft een ongeoorloofde oorzaak wanneer minstens één van de doorslaggevende beweegredenen ongeoorloofd is (Cass. 22 januari 2021, C.19.0605.N; het arrest heeft betrekking op een overeenkomst tot het sluiten waarvan fiscale fraude een van de beweegredenen was).  

Het tegen betaling verlenen van seksuele diensten wordt al lang niet meer beschouwd als strijdig met de openbare orde of de goede zeden. Maar voor het doen verlenen van dergelijke diensten tegen betaling liggen de zaken anders.  

Er is immers artikel 380, § 1, 1°, van het Strafwetboek, dat o.a. bestraft wie “een meerderjarige, zelfs met zijn toestemming […] aanwerft of bij zich houdt met het oog op het plegen van prostitutie”. Het Strafwetboek definieert prostitutie niet, zodat aan die term de algemene betekenis mag worden gegeven van “als beroep uitgeoefende seksuele omgang met anderen, zowel van vrouwen als van mannen”. Het in dienst nemen van een prostituee is dus een misdrijf, wat aan de arbeidsovereenkomst een ongeoorloofde oorzaak geeft.

Geen arbeidsovereenkomst…

De arbeidsovereenkomst die sekswerk als voorwerp heeft, is dan ook nietig, zelfs al bestaat het te verrichten werk deels in horeca-activiteiten. Een nietige overeenkomst wordt geacht nooit te hebben bestaan. De partijen dienen dan ook, in de regel, integraal te worden hersteld in de toestand waarin zij zich bevonden vóór het sluiten van de overeenkomst (Cass. 22 januari 2021, C.19.0605.N).

De arbeidsovereenkomst met een sekswerker wordt, gelet op de hierboven genoemde strafrechtelijke bepaling, geacht nooit te hebben bestaan. D.w.z. dat de sekswerker geen loon kan eisen, bij ontslag geen aanspraak kan maken op een opzeggingsvergoeding enz.

De correctie waarin artikel 14 van de Arbeidsovereenkomstenwet voorziet, kan hier niet worden ingeroepen. Op grond van die bepaling kan de nietigheid van de overeenkomst niet worden ingeroepen ten aanzien van de rechten van de werknemer die voortvloeien uit de Arbeidsovereenkomstenwet wanneer de arbeid wordt verricht in uitvoering van een arbeidsovereenkomst die nietig is wegens inbreuk op bepalingen van “arbeidsbeschermingsrecht” of in speelzalen. Sekswerk valt onder geen van beide. De sekswerker die werknemer is, komt dus arbeidsrechtelijk in de kou te staan.  

Op het vlak van het socialezekerheidsrecht geldt wel een correctie. Werkgevers mogen zich niet beroepen op de nietigheid van de arbeidsovereenkomst om de toepassing van de socialezekerheidsregeling voor werknemers uit te sluiten (art. 4 RSZ-wet).

… en dus gratis seks?

Is de arbeidsovereenkomst met een sekswerker nietig, de seks was dat hopelijk niet. In ieder geval is het werk verricht. Hoe zit het dan met het loon? Tja, daarop heeft de sekswerker geen recht.

Al was het oogmerk van de sekswerker bij het sluiten van de arbeidsovereenkomst niet ongeoorloofd, als het algemeen belang in het geding is, volstaat het voor de volstrekte nietigheid van een overeenkomst dat één van de partijen bij het sluiten van het contract ongeoorloofde oogmerken had en is het zelfs niet nodig dat de medecontractant daarvan op de hoogte is (Cass. 12 oktober 2000, C.99.0136.F).

Maakt het nieuw boek 5 “Verbintenissen” dat in het nieuwe Burgerlijk Wetboek zal worden ingevoerd, hieraan een einde? Op het eerste gezicht niet. Weliswaar beoogt dat boek, volgens de toelichting bij het wetsvoorstel dat de invoering ervan aan de Kamer voorlegde, de stelling van het cassatiearrest van 12 oktober 2000 te wijzigen omdat het niet redelijk is een overeenkomst nietig te verklaren omdat een van de partijen bewogen werd door ongeoorloofde beweegredenen die aan de andere onbekend zijn (Parl.St. Kamer, 2020-2021, DOC 55 1806/001, p. 61). Maar elke sekswerker weet natuurlijk van het bestaan van de inhoud van artikel 380, § 1, 1°, van het Strafwetboek.

Ook de tekst van artikel 5.53 van het nieuwe boek 5 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek biedt mogelijk geen soelaas. Die bepaling definieert de oorzaak als de determinerende beweegredenen die elke partij ertoe hebben bewogen het contract te sluiten voor zover die gekend waren of behoorden te zijn door de andere partij. De sekswerker beoogt met het sluiten van een arbeidsovereenkomst natuurlijk te worden tewerkgesteld in strijd met het verbod van het Strafwetboek.

Het wetsontwerp betreffende de niet-inroepbaarheid van de nietigheid van de arbeidsovereenkomst ten aanzien van personen die zich prostitueren, heeft dus wel degelijk zin. Het civielrecht lost in arbeidsverhoudingen niet alles op.

Willy van Eeckhoutte

Archief

Gebruik het zoekvenster bovenaan rechts om te zoeken in de vorige afleveringen(vanaf 1 januari 2018).

contacteer info@soconsult.be voor afleveringen van vóór 1 januari 2018


Inschrijven

Vorige artikels


Andere kanalen

SoConsult gebruikt cookies
Net als andere websites, houden wij van cookies. De cookies die we gebruiken, dienen voornamelijk om jouw ervaring op onze website te verbeteren. We gebruiken ook cookies omdat we graag meten hoe onze website wordt bezocht. We plaatsen deze cookies alleen, wanneer je voorafgaande toestemming hebt gegeven.